Snel ontdekte ik dat je enkel gezond van geest kan blijven als je ook zorgt dat je lichaam zo gezond mogelijk blijft. En dus begon ik af te tasten waar mijn lichaam behoefte aan had en paste ik mijn leefgewoontes en mijn voeding aan. Het wordt immers steeds moeilijker een vrije geest te zijn als je gevangen raakt in een moe, log en afhankelijk lijf. Je moet ook van je lichaam houden in harmonie met je geest, om vrij te evolueren.
Mijn knus boshuisje geeft me de kans om aansluiting te vinden met de natuur en het is die stille kracht die me leerde omgaan met dat ziek-zijn. Ik vecht – elke dag opnieuw – maar ditmaal zonder woede, zonder verbittering, zonder haat. Ik laat het leven over me heen stromen, als een golf over het strand en kijk toe hoe alles steeds weer wegglijdt, voortgetrokken door de eb, in de wetenschap dat alles zal terugkomen bij een volgende vloed.