Met kinesitherapie kun je je blaas op verschillende manieren ‘trainen’. In de eerste plaats met bekkenbodemspieroefeningen, maar de kinesist leert je ook een juiste houding op het toilet aan. Zelfs voedingsadviezen behoren tot het pakket!

Corinne Oosterlinck, kinesist in het Nationaal MS Centrum Melsbroek, vertelt je er alles over.

Kinesist en patiënt trainen op bekkenbodemspieren

Bekkenbodemtherapie

Bij personen met MS die blaasproblemen hebben, wordt er in eerste instantie gekeken of kinesitherapie kan helpen. Bij de kinesist leer je technieken aan om de bekkenbodemspieren beter te controleren, want die zijn belangrijk voor de blaasfunctie. De bekkenbodemspieren zorgen er mee voor dat we geen urine of stoelgang verliezen. Het probleem is dat we deze spieren gebruiken zonder daar echt bij stil te staan. Daarom moet je zeer bewust aanleren hoe je deze spieren moet gebruiken. Dit doen we aan de hand van oefeningen, met of zonder elektrische stimulatie. De kinesist geeft ook oefeningen mee – opspannen en ontspannen – die je op gestolen momentjes kunt doen. Bijvoorbeeld als je voor het rood licht staat of de aardappelen aan het schillen bent.

Bewustwording

Vooral in het eerste stadium van MS kan bekkenbodemtherapie nuttig zijn. Hoe vroeger we deze spieren trainen, hoe bewuster we worden van onze bekkenbodemspieren. Maar dat is niet het enige voordeel.

De bekkenbodemtherapie heeft me meer in contact gebracht met mijn eigen lichaam. Het is gek, maar sindsdien durf ik eindelijk over mijn blaasproblemen te praten!
Céline (43)
Persoon met MS

Bekkenbodemtherapie is ook een stukje bewustwording: wat doe ik goed en fout, welke houding neem ik aan op het toilet, hoe vaak ben ik met mijn blaas bezig, voel ik angst om naar de wc te gaan, ... Er zit een emotionele component aan. Daarom passen sommige kinesisten ook mindfulnesstechnieken toe in hun praktijk.

Darmhygiëne en toilethouding

Een goede kinesist legt ook de nadruk op de juiste darmhygiëne, zoals veel vezels eten en voldoende water drinken. Veel vertrekt vanuit de darm. We zien dat stoelgangproblemen een grote impact kunnen hebben op de blaas. Als je geconstipeerd bent, kun je bijvoorbeeld minder goed leegplassen. Daarom is het aangewezen om eerst je stoelgangproblemen te behandelen, en dan pas je blaasproblemen. Zo kan je bijvoorbeeld de buikademhaling oefenen, om zo de darmfunctie beter onder controle te houden.

Kinesitherapie heeft ook emotionele voordelen
Corinne Oosterlinck
Kinesist in het Nationaal MS Centrum Melsbroek

Tot slot is er nog de juiste toilethouding: ook dat leer je bij de kinesist. Het is belangrijk om goed te zitten. Vermijd zwevende benen en maak gebruik van een voetenbankje, ga rechtop zitten met de handen gesteund op de dijen, begin niet te persen om leeg te plassen, ...

Overschakelen

Helpt kinesitherapie altijd bij MS en blaasproblemen? Dat ook weer niet. We zitten met een progressieve ziekte, er komen momenten waarop je niet veel meer kunt doen met kinesitherapie. Dan moet je in samenspraak met de uroloog overschakelen naar medicatie, botox, zelfsondage,... Medicatie en kine worden ook soms samen gegeven als therapie.

Benieuwd hoe kinesitherapie Els er weer bovenop hielp?

Je leest het hier.