Soms, niet al te vaak, krijgen personen met MS een neurostimulator onder de huid geplaatst. Dit kleine toestel moet de overactieve blaas weer onder controle krijgen. Een neurostimulator is een beetje te vergelijken met een pacemaker. De ingebouwde elektrode levert kleine stroomstootjes aan de zenuwen in het ruggenmerg en stimuleert zo de blaas- en sluitspier. Het toestel zorgt er eigenlijk voor dat je je stoelgang en urine kunt ophouden.
Neurostimulator: Een klein toestel met grootse effecten
Een neurostimulator is een ingrijpende methode tegen blaasklachten en zeker niet voor elke persoon geschikt. Maar is dat wel het geval, dan levert het toestel direct resultaat.
Miguel D'haeseleer, neuroloog in het Nationaal MS Centrum Melsbroek en UZ Brussel

Klein toestel
Proefstimulator
Meestal wordt de neurostimulator rechts in de bovenbil geplaatst en je voelt het toestel ook echt zitten. Er staan tientallen programma’s op die de arts zelf instelt, bijvoorbeeld door de stroom te verhogen of verlagen. Eenmaal de instellingen juist staan, geeft het toestel goede resultaten. Maar het blijft natuurlijk een ingrijpende methode. Het werkt ook niet bij iedereen, je moet namelijk een perfecte zenuwgeleiding hebben in die zone. Daarom is er eerst een proefstimulator nodig. Vergeet ook niet dat de kostprijs van een neurostimulator zeer hoog ligt, er zijn dus strikte richtlijnen voor wie in aanmerking komt.
Chirurgie
Helpt een neurostimulator ook niet om je blaasproblemen te verhelpen, dan valt er nog chirurgie overwegen. In universitaire ziekenhuizen is het al gebeurd dat ze de blaas vergroten met een stukje darm. Dankzij de grotere blaas kunnen mensen met MS op een normale manier blijven plassen. In nog andere gevallen wordt een urinestoma aangelegd, bijvoorbeeld als de blaasproblemen een bedreiging vormen voor de nieren.
Benieuwd hoe Vanessa haar blaas- en darmproblemen aanpakte met een neurostimulator?
Je leest het hier.